Als u de iPhone niet gebruikt, drukt u op de sluimerknop om de iPhone te vergrendelen. Wanneer u de iPhone vergrendelt, wordt de sluimerstand voor het scherm ingeschakeld, zodat de batterij wordt gespaard en er niets gebeurt als u het scherm aanraakt. U kunt echter nog wel telefoongesprekken, FaceTime-gesprekken, berichten en meldingen ontvangen. Ook het geluid van de wekker wordt nog afgespeeld. U kunt ook muziek beluisteren en het volume aanpassen.
De iPhone wordt automatisch vergrendeld als u het scherm ongeveer een minuut lang niet aanraakt. Als u deze tijd wilt aanpassen, tikt u op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Automatisch slot'.
De iPhone inschakelen: Houd de knop voor de sluimerstand ingedrukt totdat het Apple logo verschijnt.
De iPhone ontgrendelen: Druk op de sluimerknop of de thuisknop en versleep vervolgens de schuifknop.
De iPhone uitschakelen: Houd de sluimerknop ingedrukt totdat u een schuifknop op het scherm ziet en sleep vervolgens deze schuifknop.
Voor extra beveiliging kunt u een toegangscode instellen voor het ontgrendelen van de iPhone. Tik op 'Instellingen' > 'Touch ID en toegangscode' (iPhone 5s) of 'Instellingen' > 'Toegangscode' (andere modellen). Zie Een toegangscode gebruiken voor gegevensbescherming.