• De handschriftmodus inschakelen: Gebruik de rotor om 'Handschrift' te selecteren. Als 'Handschrift' niet wordt weergegeven in de rotor, tikt u op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Rotor' en voegt u 'Handschrift' toe.

  • Een tekentype kiezen: Veeg omhoog of omlaag met drie vingers om kleine letters, cijfers, hoofdletters of interpunctie te kiezen.

  • Horen welk tekentype momenteel is geselecteerd: Tik met drie vingers.

  • Een teken invoeren: Volg het teken op het scherm met uw vinger.

  • Een spatie invoeren: Veeg met twee vingers naar rechts.

  • Naar een nieuwe regel gaan: Veeg met drie vingers naar rechts.

  • Het teken vóór het invoegpunt verwijderen: Veeg met twee vingers naar links.

  • Een onderdeel in het beginscherm selecteren: Begin de naam van het onderdeel te schrijven. Als er meerdere onderdelen worden aangeboden, blijft u de naam spellen totdat u het juiste onderdeel overhoudt, of veegt u omhoog of omlaag met twee vingers om het juiste onderdeel te selecteren.

  • Toegangscode invoeren zonder geluid: Stel de rotor in op 'Handschrift' in het toegangscodescherm en schrijf de tekens van uw toegangscode.

  • Naar een letter in een tabelindex gaan: Selecteer de index rechts van de tabel en schrijf de letter.

  • De rotor instellen op een navigatie-element op een webpagina: Schrijf de eerste letter van het type pagina-element. Schrijf bijvoorbeeld een "k" om met omhoog of omlaag vegen naar koppelingen te gaan.

  • De handschriftmodus uitschakelen: Draai de rotor om een andere modus te selecteren.