Reinigen Maak de iPhone onmiddellijk schoon als deze in aanraking komt met iets wat vlekken kan veroorzaken, zoals vuil, inkt, make-up of lotions. Om het apparaat te reinigen, doet u het volgende:
Koppel alle kabels van de iPhone los en schakel het apparaat uit (houd de knop voor de sluimerstand ingedrukt en versleep de schuifknop op het scherm).
Gebruik een zachte, pluisvrije doek.
Zorg dat er geen vocht in de openingen terechtkomt.
Gebruik geen schoonmaakproducten of perslucht.
De voor- of achterzijde van de iPhone kan zijn gemaakt van glas met een vetafstotend laagje. De werking van dit beschermlaagje neemt bij normaal gebruik in de loop der tijd af. Als u het scherm schoonmaakt met een schoonmaakmiddel of schuurmiddel, neemt de werking van dit laagje sneller af en kunnen er bovendien krassen op het glas ontstaan.
De connectors, poorten en knoppen gebruiken Duw een connector niet met kracht in een poort en oefen niet te veel druk op de knoppen uit. Hierdoor kan het apparaat beschadigd raken. Dergelijke schade valt niet onder de garantie. Als een connector niet goed in een poort past, gebruikt u waarschijnlijk de verkeerde connector. Controleer of de poort niet wordt geblokkeerd en zorg ervoor dat u de juiste connector voor de poort gebruikt en de connector op de juiste manier in de poort steekt.
Lightning-kabel Verkleuring van de Lightning-stekker bij normaal gebruik is gewoon. Vuil, stof en blootstelling aan vloeistoffen kunnen verkleuring veroorzaken. Om de verkleuring te verwijderen of als de kabel warm wordt tijdens het gebruik of uw iPhone niet wordt opgeladen of gesynchroniseerd, koppelt u de Lightning-kabel los van de computer of lichtnetadapter en maakt u deze schoon met een zachte, droge, pluisvrije doek. Gebruik geen vloeistoffen of schoonmaakmiddelen voor het reinigen van de Lightning-connector.
Temperatuur bij gebruik De iPhone is ontworpen voor gebruik in een omgeving met een temperatuur tussen 0 en 35 °C) en kan worden bewaard bij een temperatuur tussen -20° en 45 °C). De iPhone kan beschadigd raken en de gebruiksduur van de batterij kan afnemen als de temperatuur lager of hoger is. Probeer blootstelling aan extreme veranderingen in temperatuur of luchtvochtigheid te voorkomen. Wanneer u de iPhone gebruikt of de batterij oplaadt, wordt de iPhone warm. Dit is normaal.
Wanneer de interne temperatuur van de iPhone de normale temperatuur bij gebruik overschrijdt (bijvoorbeeld in een hete auto of gedurende langere tijd in direct zonlicht), worden mogelijk de volgende maatregelen genomen om de temperatuur te reguleren:
De iPhone laadt niet meer op.
Het scherm wordt gedimd.
Er verschijnt een waarschuwing over de temperatuur.
Sommige apps worden mogelijk gesloten.
Belangrijk: Zolang de waarschuwing op het scherm te zien is, kunt u de iPhone mogelijk niet gebruiken. Als de interne temperatuur van de iPhone niet kan worden verlaagd, wordt het apparaat in de sluimerstand gezet totdat de temperatuur is genormaliseerd. Leg de iPhone in een koelere omgeving buiten direct zonlicht en wacht enkele minuten voordat u de iPhone opnieuw gebruikt.
Meer informatie is te vinden in op support.apple.com/kb/HT2101?viewlocale=nl_NL.